ze zat in haar kamer de klok tikte haar vingers tikten terug op het tafelblad buiten liepen de mensen regenjassen, paraplu’s in windgevecht de deurbel zweeg vanuit zijn lijstje op het dressoir lachte haar man haar warm toe ze stond traag op pakte de stofdoek en wreef vol aandacht zijn gezicht de klok tikt de deurbel zwijgt haar man lacht het regent in haar