en nu de zomer opnieuw haar jas uitdoet en ik ‘m aan knisperen de herfst en ik hand in hand met onze voeten door de bontgekleurde straten zo peinzen we onder onze natbewaaide kruinen over wat we graag behouden willen maar toch los zullen gaan laten ze sombert wat dat is haar aard empathisch doe ik met haar mee tot we bij het haardvuur zitten de warmte voelen voor elkaar en van het kopje jägertee