terwijl de oude man met baard
al uren naar zijn blaadje staart
waar maar geen letter op wil komen
geen rijm zich wil vertonen
zucht hij bedroefd: ik kan het niet
och had ik maar een rijmelpiet
en nauwelijks heeft hij dat gezegd
of daar verschijnt de letterknecht
die zinnen aan elkaar kan knopen
de oude man begint te hopen
dat hij van ’t rijmen wordt verlost
door deze knecht rijk uitgedost
in bontgekleurde klederdracht
die weet welk woord er wordt verwacht
aan ’t eind van iedere geschreven zin
wacht!, spreekt de knecht, vóór ik begin
wil ik iets belangrijks zeggen
om iets voor eeuwig uit te leggen
iets dat ieder in het brein moet lijmen
EEN GEDICHT HOEFT NIET PERSEE TE RIJMEN!
Vind ik leuk:
Like Laden...