mijn ziel weifelt weer op de tweesprong bij de wegwijzer het hout, verweerd, wijst onbewogen twee kanten aan welke kant ook ik straks nemen zal 't voelt altijd wel verkeerd naar links naar Jou loopt verder weg bij Mij vandaan het andere, naar Mij, dat pad dat laat me juist van Jou weggaan de tussenweg die ken ik niet staat ook niet aangegeven ‘k heb het vaak al geprobeerd kwam steeds weer bij die tweesprong uit hij is er al mijn hele leven